- onnozel
- {{onnozel}}{{/term}}1 [dom, idioot] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 niais; 〈bijwoord〉 niaisement2 [onbeduidend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 misérable3 [onervaren] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 naïf/naïve; 〈bijwoord〉 naïvement♦voorbeelden:1 onnozel kijken • avoir l'air de tomber des nueswat onnozel! • quelle niaiserie!2 die paar onnozele guldens! • ces quelques misérables florins!
Deens-Russisch woordenboek. 2015.